Bitcoins – of liever gezegd: het gebrek daaraan – kunnen leiden tot de ondergang van een bedrijf.
Dat leert het faillissement van de omstreden ‘bitcoinfabriek’ Koinz Trading ons. Het bedrijf van bitcoinondernemer en ex-autohandelaar Berry van Mourik werd in februari failliet verklaard door de rechtbank in Amsterdam.
De in Lelystad gevestigde onderneming kampte niet alleen met betalingsachterstanden, het kreeg ook een proces aan de broek van klanten die meenden opgelicht te zijn.
Koinz Trading verkocht computers en beloofde daarmee bitcoins te minen. Maar ondanks de stijging van de cryptomunt destijds, wilde de wallet van klanten maar niet gevuld raken. Zo ontstonden al snel twijfels over het bestaan van de computers die hun kracht zouden inzetten om bitcoins te genereren.
Faillissement door 0,591 bitcoin
In de uitspraak die de rechtbank Amsterdam op 14 februari deed, valt terug te lezen dat Koinz Trading onder meer ten onder is gegaan aan de betalingsverplichting in bitcoins.
"Dit is vooral bijzonder omdat een faillissement door een niet nagekomen betalingsverplichting in bitcoins, niet zo vaak voorkomt", zegt Hein Hoogendoorn, advocaat insolventierecht bij AMS Advocaten in Amsterdam. Hij schreef eerder over deze zaak op de website van zijn kantoor.
Een maand voor het faillissement, op 17 januari, werd Koinz Trading veroordeeld tot uitbetaling van de 'miningopbrengsten' aan een in België wonende schuldeiser.
Het ging om in totaal 0,591 bitcoin op straffe van een dwangsom tot maximaal 10.000 euro. Koinz Trading betaalde niet, waarop de schuldeiser faillissement aanvroeg bij de rechter.
Volgens de wet kun je failliet worden verklaard als je zelf faillissement aanvraagt, of op verzoek van een schuldeiser. Die schuldeiser moet dan wel aantonen dat er naast hem nog minimaal één andere schuldeiser is.
"In dit geval moest de rechtbank eerst uitzoeken of de vordering van de schuldeiser verifieerbaar is", zegt Hoogendoorn. Dit betekent dat de vordering mee kan delen in de opbrengsten uit een faillissement.
Is een vordering niet verifieerbaar, dan kan de rechter het verzoek tot faillissement niet op grond van die vordering toewijzen. Een voorbeeld van een niet verifieerbare vordering is een vordering op grond van dwangsommen. Ten aanzien van dwangsommen bepaalt de wet dat verbeurde dwangsommen niet kunnen meedelen in de opbrengst uit een faillissement. Dwangsommen zijn dus niet verifieerbaar.
Uitspraak van de rechtbank
Om erachter te komen of de vordering in bitcoin verifieerbaar is, heeft de rechtbank eerst onderzocht wat bitcoin eigenlijk is. Dat leverde de volgende omschrijving op in de uitspraak:
"Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd."
Hiermee vertoont bitcoin 'de kenmerken van een vermogensrecht', oordeelde de rechtbank. Van een vermogensrecht is sprake als iets een waarde heeft en overdraagbaar is.
"Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt", concludeerde de rechtbank in de uitspraak.
Dit rechterlijk oordeel zegt overigens niets over de status van bitcoin als wettig betaalmiddel. Wel is het een nieuwe stap van bitcoin richting de mainstream wereld. "Een vordering in bitcoin is een serieuze vordering die door de rechter wordt geaccepteerd", aldus Hoogendoorn.
Voor zover bekend is er niet eerder een faillissement aangevraagd op grond van een vordering in bitcoin. De uitspraak is in zoverre uniek.
Juridisch is deze minder bijzonder en juist heel logisch. “Het gaat er om of iets een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Dat dit bij bitcoin het geval is, is evident", zegt Hoogendoorn.
"Als je iemand in knikkers moeten betalen, en die knikkers vertegenwoordigen een waarde en zijn overdraagbaar, dan kan in principe ook op een vordering tot betaling in knikkers faillissement uitgesproken worden."